Water infiltreren

Infiltreren is het laten wegzakken van water in de bodem. In bebouwd gebied belemmert het grote percentage verharding de natuurlijke infiltratie. Stoepen, straten, gebouwen en parkeerplaatsen laten geen regenwater door. Bijna overal wordt het regenwater daarom via het riool afgevoerd naar de zuivering of naar dichtbijgelegen oppervlaktewater. Maar als het hard regent, kan het riool de hoeveelheid regenwater niet aan en staat de straat blank. Ook kan het gebeuren dat de zuivering de hoeveelheden water niet aankan en het regenwater samen met het rioolwater loost op het oppervlaktewater, dat vervolgens vervuild raakt.


Regenwater vasthouden

Door het percentage verharding in de stad te verlagen, kan meer water infiltreren en zo het grondwater aanvullen. Het vergroten van het infiltrerend oppervlak heeft echter beperkte invloed op het voorkomen van wateroverlast bij extreme buien. Door klimaatverandering regent het soms heel veel in korte tijd. Daarnaast zijn er langere periodes met heel weinig regen, waardoor de grond uitdroogt en de grondwaterspiegel daalt. In oude binnensteden met houten paalfundering kan dit leiden tot paalrot. Het is dan ook belangrijk om zoveel mogelijk regenwater in de stad vast te houden voor droge periodes.

Let op de grondsoort

De samenstelling van de grondsoort beïnvloedt de doorlaatbaarheid voor water. Over het algemeen geldt: hoe groter de korrel, hoe meer water de grond doorlaat. Klei laat bijvoorbeeld weinig water door en houdt ook boven het grondwaterpeil water vast, terwijl grind en zand makkelijk water doorlaten en boven het grondwaterpeil droog zijn. Grondsoort en grondwaterpeil bepalen dus de mogelijkheden van een watersysteem binnen een stedenbouwkundig plan, een herstructurering of een tuin.

Water infiltreren